TZA NIEUWS

Rosengaerde gebruikt WetenWatWerkt in de praktijk: de prescan en daarna?

Zorgorganisaties willen de meerwaarde van zorgtechnologie beter in beeld krijgen. Daarvoor heeft een werkgroep bestaande uit enkele leden van de TZA en DHC (Digital Health Center) de evaluatiemethode ‘Weten Wat Werkt’ methode ontwikkeld. Door dezelfde werkwijze en gezamenlijk data te verzamelen kunnen zij nu beter en efficiënter bepalen welke zorgtechnologie werkt en welke niet en een afweging maken wat passend is bij de organisatie en diens doelgroep (primair, secundair, cliënten, medewerkers). Woonzorgcentrum Rosengaerde uit Dalfsen vulde aan de hand van de WetenWatWerkt methode een prescan in om te onderzoeken welke incontinentieproducten zij wilde gaan testen. Beleidsadviseur Marylou Grubben vertelt erover.

De prescan is een checklist waarmee je zorgvuldig kunt afwegen of je een product wilt gaan gebruiken. Hierin staan vragen naar objectieve productinformatie maar ook eventuele risico’s, impact op andere afdelingen binnen de organisatie en benodigde competenties van de gebruikers.  Met onder andere het speerpunt kennis en technologische vernieuwing, zet Rosengaerde in op zorgtechnologie, waaronder slimme (in)continentiezorg. Om te bepalen welke vorm het meest passend is, vulde Rosengaerde de prescan in voor twee producten. Het betroffen de TENA Indentifi en de TENA Change Indicator. Marylou: “We werken al langere tijd met de producten van TENA en hebben met deze en ook met de leverancier goede ervaringen. Het lag voor de hand om deze producten te selecteren voor de prescan. In eerste instantie zouden we de prescan doen met de Change Indicator, maar in overleg met leverancier Essity hebben we ook de Indentifi meegenomen.”

Zorg toepassen als het echt nodig is

De Identifi is een innovatie die door middel van een 72-uurs meting het plaspatroon van een cliënt in kaart kan brengen, zonder de cliënt daarbij te storen. Door het gebruik van speciaal incontinentiemateriaal (sensor wear) en een daaraan te bevestigen logger wordt de data verzameld. Aanvullend worden handelingen zoals toiletgang, vochtinname en medicatiegebruik bijgehouden. ​ Al deze data worden opgenomen in een digitale TENA webportal die het plaspatroon visueel inzichtelijk maakt: wat zijn de piekmomenten of zijn er helemaal geen piekmomenten waarbij de drager de hele dag een beetje urineert en onnodig zwaar materiaal draagt. Aan de hand van een data-analyse wordt vervolgens bepaald hoe de incontinentiezorg het beste kan worden ingezet. Voor het team én de cliënt een mooi hulpmiddel zodat er niet onnodig verschoond hoeft te worden, volgens Marylou. In tegenstelling tot de Identifi, meet de Change Indicator de het verzadigingsniveau van het incontinentiemateriaal de hele dag door. De zorgmedewerker krijgt meldingen van de verzadiging op een app en kan zo het verschoningsmoment afstemmen. Beide hulpmiddelen bieden vele voordelen.

Vragen in de prescan brengen structuur in oriëntatiefase

Bij het invullen van de vragen- en onderwerpenlijst van de prescan komen thema’s als reden, beoogde doelen en bijdrage aan doelmatigheid van de zorg aan de orde. “Een mooie manier om stil te staan bij de werking van de producten,” zegt Marylou, “We zijn geneigd om vanuit de doe-modus snel aan de slag te gaan. De vragen in de prescan dwingen je om beter stil te staan bij de feitelijke kwaliteit van het product, wat omhelst het product nu eigenlijk, welke eisen moeten we eraan stellen en wat betekent het voor de medewerker en de cliënt als we een dergelijk product gaan inzetten. Want natuurlijk willen we onze zorgmedewerkers ontlasten, maar in beginsel zijn de producten voor de cliënt bedoeld. Waar mogelijk hebben we de zorgmedewerkers, de cliënten waar het nog gaat en hun naasten zoveel mogelijk betrokken bij de prescan.” In de prescan wordt ook aandacht geschonken aan de juridische aspecten waaronder AVG bij het gebruik van zorgtechnologische producten, is er een kleine risico-analyse, is er aandacht voor certificering en wordt er gekeken wat het betekent voor de inkoop. De hele prescan omvalt tientallen vragen. “Ja, het kost wel flink wat tijd,” geeft Marylou aan, “Tijd die besteed wordt aan het schrijven van een projectplan, contacten met de leveranciers en andere organisaties die ook met de producten werken, interne gesprekken en contacten met Kim van de TZA.”

Een mooie tool om structuur aan te brengen in de oriëntatiefase

De prescan gaf de doorslag om de TENA Identifi te willen gaan testen. Beslissende factoren hierin: privacy (bij de Change Indicator worden mensen non-stop gevolgd) en een kostenoverweging. “En daarnaast vonden we het ook prettig dat na 72 uur meten het stukje zorgtechnologie afgelopen is, waardoor we niet telkens met apps en meldingen hoeven te werken op de werktelefoons waar toch al veel apps op staan,” voegt ze er nog aan toe. Na de prescan is Rosengaerde in maart gestart met het project en in mei begonnen met de assessments bij cliënten en medewerkers waarvan er inmiddels meerdere zijn afgerond. Tot en met december wordt het product op drie afdelingen getest. Deze testfase is een fase tussen de prescan en de reviews zoals die beschreven is in de WetenWatWerkt methode. “Als er sprake is van een succes met een juiste balans in kosten en baten dan overwegen we of de Identifi ook in de (nabije) toekomst onderdeel zal blijven uitmaken van het werkproces en daarmee van onze zorgverlening,” besluit Marylou, “De prescan is daarbij een mooie tool om structuur aan te brengen in de oriëntatiefase alvorens te besluiten of een product wel of niet gebruikt wordt.”

Meer weten over de Weten Wat Werkt evaluatiemethode? Kijk hier het filmpje

Lees ook..

Ga naar de inhoud